Diagnostische toets les A-9: Communicatie

Klik bij meerkeuzevragen op het correcte antwoord, vul bij open vragen het antwoord in.
Als het fout is probeer je het opnieuw!
betekent fout
betekent goed
Heb je het antwoord bij de eerste poging goed dan krijg je 10 punten, bij de tweede poging 1 punt en bij de derde poging 0.5 punt.

 1. Bij het ontvangen van een postpakketje teken je voor ontvangst.
De vraag om een handtekening is …..(1)…..
Het plaatsen van je handtekening is een  …... (2)…...
a) (1) besturing, (2) stuursignaal
b) (1) meting, (2) stuursignaal
c) (1) besturing, (2) terugkoppelingssignaal
d) (1) meting, (2) terugkoppelingssignaal

 2. Welke uitspraak over stuurinformatie is niet waar?
a) Stuurinformatie is de informatie die je uitwisselt om de communicatie beter te laten verlopen.
b) Als je geld wilt pinnen, dan kun je het inbrengen van je pas opvatten als stuurinformatie.
c) Als je geld wilt pinnen en je stopt je pas in de automaat, dan is de pinautomaat de zender en jij de ontvanger.
d) Als je de pas hebt ingebracht verschijnt de mededeling "toets uw pincode in"
    Op dat moment is de pinautomaat de zender en jij de ontvanger.

 3. Bewering I:
Onder een informatiedrager wordt de vorm verstaan waarin informatie kan worden overgedragen.

Bewering II:
Als je een brief verstuurt is de postbode het medium.

Welke van de bovenstaande beweringen is juist?
a) Alleen bewering I is juist
b) Alleen bewering II is juist
c) Beide beweringen zijn juist.
d) Beide beweringen zijn onjuist.

 4. Een telegraaf tijdens de Eerste Wereldoorlog vanaf een boot een boodschap in Morse code. De informatiedrager is ... (1) ... en het medium ... (2) ....
a) (1) streepjes en puntjes (2) elektronische pulsen
b) (1) korte en lange piepjes (2) de ether
c) (1) streepjes en puntjes (2) korte en lange piepjes
d) (1) korte en lange piepjes (2) geluid

 5. Het versturen van een SMS-je valt onder:
a) communicatie
b) telecommunicatie
c) datacommunicatie
d) alle bovengenoemde antwoorden zijn waar

 6. Bewering I:
In een ziekenhuis dragen patiënten op de intensive care afdeling een microfoontje op hun pols, dat de hartslag waarneemt. Die hartslag wordt doorgegeven aan een computer. En die computer zorgt er voor dat het alarm afgaat als de hartslag niet in orde is. Het microfoontje is een actuator.

Bewering II:
Je verstuurt een mail met het verzoek om een ontvangstbevestiging. Dit verzoek is een stuursignaal.

Welke van de bovenstaande beweringen is juist?

a) Alleen bewering I is juist
b) Alleen bewering II is juist
c) Beide beweringen zijn juist.
d) Beide beweringen zijn onjuist.

 7. De gebruikersomgeving waarin mensen met computers communiceren heet ook wel de:
Vul hier het antwoord in (gebruik kleine letters):     

 8. Het protocol dat je gebruikt bij het verzenden van een e-mailtje via OUTLOOK is:
Vul hier het antwoord in (gebruik HOOFDLETTERS):     

 9. Het protocol dat wordt gebruikt als je mailt via een online mailbox (bv hotmail) is:
a) SMTP
b) POP3
c) TCP/IP
d) IMAP

 10. Een protocol dat van belang is bij het verzenden ("uploaden") en ontvangen ("downloaden") van bestanden vanaf een internetlocatie is:
a) TCP/IP.
b) HTTP.
c) SMTP.
d) FTP.



 
© D.P. Lans