Diagnostische toets les B-1: Geschiedenis van de computer

Klik bij meerkeuzevragen op het correcte antwoord, vul bij open vragen het antwoord in.
Als het fout is probeer je het opnieuw!
betekent fout
betekent goed
Heb je het antwoord bij de eerste poging goed dan krijg je 10 punten, bij de tweede poging 1 punt en bij de derde poging 0.5 punt.

 1. Wie bouwde de eerste primitieve rekenmachine?
a) Wilhelm Gottfried Leibnitz
b) Leonardo da Vinci
c) Blaise Pascal
d) Wilhelm Schickard

 2. Hoe heette de computer die Babbage ontwierp maar nooit bouwde?
a) differentie motor (difference engine)
b) universele motor (universal engine)
c) wiskundige motor (mathematical engine)
d) analytische motor (analytical engine)

 3. Wie was als eerste een voorstander van het gebruik van binaire getallen in de rekenapparaten?
a) Babbage
b) Leibnitz
c) Boole
d) Pascal

 4. Wie maakte in de Tweede Wereldoorlog de eerste echte Duitse computer?
a) von Neumann
b) Scheutz
c) Zuse
d) Eckert

 5. De tweede generatie computers wordt gekenmerkt door het gebruik van:
a) chips
b) radiobuizen
c) processors
d) transistors

 6. Op welk materiaal worden schakelingen op een chip aangebracht?
Vul hier het antwoord in :     

 7. Welke van de onderstaande machines heeft niet bestaan?
a) ENIAC
b) RAINNIAC
c) MANIAC
d) ILLIAC

 8. De eerste microprocessor was de:
a) Intel 1001
b) Intel 2002
c) Intel 3003
d) Intel 4004

 9. Een ander woord voor PC (personal computer) is:
a) minicomputer
b) microcomputer
c) midrangecomputer
d) mainframe

 10. De voorloper van internet is het in 1957 ontwikkelde:
a) ARPA
b) ENIAC
c) UNIVAC
d) EDVAC



 
© D.P. Lans