Diagnostische toets les D-2: Datacommunicatie

Als het fout is probeer je het opnieuw!

betekent fout
betekent goed
Heb je het antwoord bij de eerste poging goed dan krijg je 10 punten, bij de tweede poging 1 punt en bij de derde poging 0.5 punt.

1.	Een computer zendt met een snelheid van 5 miljoen baud. Wat betekent dat ?
	a) Er worden 5 miljoen bits per seconde verstuurd.
	b) Er worden 5 miljoen bytes per seconde verstuurd .
	c) Er worden 5 miljoen spanningswisselingen per seconde verstuurd .
	d) Geen van bovenstaande antwoorden is juist.
2.	Bij het overseinen van bits kun je van meerdere spanningsniveaus gebruik maken. Stel dat je van 16 spanningsniveaus gebruik maakt Wat betekent dat voor de snelheid als je zendt met een snelheid van 10000 baud?
	a) Je verzendt dan 10000 x 4 = 40000 bits per seconde.
	b) Je verzendt dan 10000 x 4 = 40000 bytes per seconde.
	c) Je verzendt dan 10000 / 4 = 2500 bits per seconde.
	d) Je verzendt dan 10000 / 4 = 2500 bytes per seconde.
3.	Bewering I: Bij het ontvangen van informatie zet een modem digitale signalen om in analoge signalen. Bewering II: Bij transmissie via bekabeling wordt gebruik gemaakt van elektromagnetische golven. Welke van de bovenstaande beweringen is juist?
	a) Bewering I is juist en bewering II niet.
	b) Bewering I is niet juist en bewering II wel.
	c) Bewering I en II zijn beide juist.
	d) Bewering I en II zijn beide onjuist.
4.	Als een bericht over een ethernet-netwerk wordt verzonden dan wordt het eerst in stukken (frames) verdeeld, en per frame verzonden. Welke uitspraak is waar?
	a) Zo'n frame heeft altijd een lengte van 1526 bytes.
	b) Zo'n frame heeft een checksum van 4 bytes, aan de hand waarvan gecontroleerd kan worden of het goed is aangekomen.
	c) Het doeladres van zo'n frame is een IP-adres dat uit 4 bytes bestaat.
	d) De minimale lengte van een zo'n frame is 1500 bytes.
5.	Bij het verzenden van frames over een Ethernet netwerk worden de ontvangklok en zendklok op elkaar afgestemd door de:
	a) preambule
	b) synchronisatiebytes
	c) framestart
	d) checksum
6.	Welke uitspraak over CSMA/CD is het meest waar?
	a) De lijn wordt afgeluisterd en als deze vrij is verzendt het werkstation een frame verzonden.
	b) De lijn wordt afgeluisterd en als er dataverkeer is wacht het werkstation een aantal kloktikken en luistert opnieuw.
	c) Indien een verzonden frame botst verzendt het werkstation na een aantal kloktikken het frame opnieuw.
	d) Alle bovenstaande antwoorden zijn juist.
7.	In een draadloos netwerk start het verzenden van frames met een ......-bericht.
	Vul hier het antwoord in (gebruik kleine letters):
8.	Bewering I: In een draadloos netwerk wordt gewerkt met hetzelfde Ethernet-protocol als in een bekabeld netwerk. Bewering II: De manier waarop frames in een draadloos netwerk worden verzonden heet ook wel CSMA/CA. Welke van de bovenstaande beweringen is juist?
	a) Bewering I is juist en bewering II niet.
	b) Bewering I is niet juist en bewering II wel.
	c) Bewering I en II zijn beide juist.
	d) Bewering I en II zijn beide onjuist.
9.	Bewering I: Frames die volgens het 802.11 protocol (draadloos) zijn samengesteld kunnen meer data bevatten dan frames die volgens het 802.3 protocol (bekabeling) zijn samengesteld. Bewering II: Bij draadloos Ethernet vindt geen directe Collision Detection plaats. Welke van de bovenstaande beweringen is juist?
	a) Bewering I is juist en bewering II niet.
	b) Bewering I is niet juist en bewering II wel.
	c) Bewering I en II zijn beide juist.
	d) Bewering I en II zijn beide onjuist.
10.	In een netwerk kunnen drie schakeltechnieken worden gebruikt: circuit switching, message switching en packet switching. Welke uitspraak is niet waar?
	a) Circuit switching wordt toegepast in het telefoonnet en is synchroon.
	b) Bij message switching worden berichten in allemaal even grote stukjes gehakt en verzonden.
	c) Tegenwoordig wordt packet switching het meest gebruikt in netwerken, ook via internet.
	d) Bij packet switching worden berichten in stukjes gehakt en verzonden en het is asynchroon.